Zaterdag 19 augustus
Even na negenen klim ik de grasdijk op tussen Den Bommel en Stad aan het Haringvliet. De zon prikt, na alle regen, door de stapelwolken heen, de wind waait hard vanuit mijn rug en het gras staat hoog en is nat. Het is weer die zaterdag eind augustus.
De Omloopzaterdag.
Een dag die al zo’n 25 jaar bijzonder voor me is. En als het even kan ben ik er die zaterdag dan ook bij. Niet voor lang, niet in de mensenmassa en ook niet actief als deelnemer, maar de laatste jaren steeds vaker gewapend met camera. Vastleggen wat dit evenement zo mooi maakt.
We hebben het hier over de Omloop van Goeree Overflakkee. Een wandel(prestatie)tocht die (officieel) het levenslicht zag in 1990. Een handjevol lopers waagde zich dat jaar aan de monstertocht met start en finish in Ooltgensplaat via de buitenkant van het eiland. Over ellenlange grasdijken, mul strand, moerassige slikken en verzengend hete betondijken. Starten in de avond, lopen door de nacht en finishen op de tweede dag. Vanaf dat jaar 1990 groeide en bloeide de Omloop uit tot hét sportevenement van Goeree Overflakkee.
Omlopers van het eerste uur als Daan van der Groef, (ome) Hans Arensman kregen in 1992 gezelschap van mijn vader. Na een vroegtijdig geëindigde voetballoopbaan door de, toen nog onbehandelbare afgescheurde kruisband, kreeg een sportief vervolg in de duursport. Wandelen ging nog wel met die knie en met ome Hans Arensman en Peter van Zanten werd in 1992 gestart aan deze tocht.
Wist mijn pa toen wat hem te wachten stond? Ik denk het eigenlijk niet. Ik kan me van die eerste editie nog herinneren dat het weer bar en boos was en pa zijn uitrusting niet helemaal op orde was. Er was iets van een regenjackje maar dat moest met veiligheidsspelden gefixeerd worden. Ik zie ons nog staan op de betondijk bij Battenoord in een auto geteisterd door de regen. De lopers hadden er toen al meer dan 12 uren opzitten , waren doorweekt en stram en moesten nog vele uren door weer en wind door naar Ooltgenplaat. Maar de helden zetten door en finishten in Ooltgensplaat. De spuuglelijke groene, plastieken trofee ging mee naar huis en die de jaren daarop zou de prijzenkast nog worden aangevuld met meer van dit soort trofeeën.
Het Omloopvirus was namelijk toegeslagen in huize Arensman! Een heerlijk virus om mee besmet te zijn.
Pa trainden meer en meer, werd sterker en sterker. Vogelde uit wat bij hem paste aan uitrusting, eten en drinken en bereikte Ooltgensplaat steeds vlotter. Met de 13 deelnames op rij (!!!) vanaf die eersteling in 1992 werd ook voor ons supporters/volgers het Omloopavontuur steeds groter. Die eerste nacht mee. In het donker bij de uitgang van het strand wachten op de lopers. Door naar de (in het begin onvindbare) uitgang Slikken. Daar arriveerde mijn vader altijd op het moment dat de nacht verruild werd voor de dag. Het moment waarop hij op zijn slechtst was, spierwit zag, maar waarvan wij ook wisten dat het een uurtje later in Herkingen weer overwonnen was. En was je in Herkingen dan bereikte je de finish 25 kilometer verder in Ooltgensplaat vanzelfsprekend ook. Na Herkingen stapte je immers niet meer uit.
Met het toeslaan van het Omloopvirus is bij mij ook het zaadje voor de duursport gepland. Veel elementen die ik terugzie in mijn trailsport (afzien tot op het bot, het mentale spel, de nacht doorhalen, trainen, toewijding) zag ik die jaren ook bij de Omloop.
‘Dat wil ik later ook als ik groot ben’ dacht ik toen nog.
Groot genoeg was ik naar mijn idee in 2004. Pa had het jaar daarvoor in zijn 12e Omloop, na twee miskleunen in de jaren daarvoor, zijn 10e Omloop uitgelopen en nu zouden we samen op pad gaan. Ik voetbalde toen fanatiek, was totaal geen duursporter en had een flinterdunne voorbereiding achter de rug. Aangezien pa altijd behoorlijk in de kop van het veld meeliep was het dat jaar niet anders. We liepen veel te snel en ik liep de eerste 30 kilometer met pijnlijke, verkrampte kuiten. Toen arriveerde echter het slechte weer en verzuurde mijn lijf van kruin tot teen. Ik stond geparkeerd en het was exit halfweg bij Ouddorp Haven. Een ervaring rijker en een illusie armer!
Maar ik wist dat die Omloop er nog een keer voor me zou komen. De duursport trok me immers al jaren. Veel meer eigenlijk dan de sport die ik toen nog steeds, en al van jongs af aan, beoefende, namelijk voetbal.
Het jaar 2009 werd vervolgens het jaar van de herkansing. Ik was gestopt met voetballen. Had het najaar ervoor de Mont Blanc beklommen en liep in het voorjaar van 2009 ook mijn eerste marathon. Duursport was mijn passie en de Omloop stond nog steeds op de lijst om af te vinken.
De zomer van 2009 had ik me zeer behoorlijk voorbereid op de Omloop. Daarnaast was het credo ‘rustig aan, alle tijd, we hebben 24 uur’ en na urenlang afzien bereikte ik samen met broer John de finish. Een mooi en emotioneel moment, zeker omdat mijn pa ook bij diezelfde streep in Ooltgensplaat stond. Hij was inmiddels, mede door gezondheidsklachten, gestopt met de Omloop. En met onze finish was de cirkel wel rond.
De Omloopzaterdag.
Een dag die al zo’n 25 jaar bijzonder voor me is. En als het even kan ben ik er die zaterdag dan ook bij. Niet voor lang, niet in de mensenmassa en ook niet actief als deelnemer, maar de laatste jaren steeds vaker gewapend met camera. Vastleggen wat dit evenement zo mooi maakt.
We hebben het hier over de Omloop van Goeree Overflakkee. Een wandel(prestatie)tocht die (officieel) het levenslicht zag in 1990. Een handjevol lopers waagde zich dat jaar aan de monstertocht met start en finish in Ooltgensplaat via de buitenkant van het eiland. Over ellenlange grasdijken, mul strand, moerassige slikken en verzengend hete betondijken. Starten in de avond, lopen door de nacht en finishen op de tweede dag. Vanaf dat jaar 1990 groeide en bloeide de Omloop uit tot hét sportevenement van Goeree Overflakkee.
Omlopers van het eerste uur als Daan van der Groef, (ome) Hans Arensman kregen in 1992 gezelschap van mijn vader. Na een vroegtijdig geëindigde voetballoopbaan door de, toen nog onbehandelbare afgescheurde kruisband, kreeg een sportief vervolg in de duursport. Wandelen ging nog wel met die knie en met ome Hans Arensman en Peter van Zanten werd in 1992 gestart aan deze tocht.
Wist mijn pa toen wat hem te wachten stond? Ik denk het eigenlijk niet. Ik kan me van die eerste editie nog herinneren dat het weer bar en boos was en pa zijn uitrusting niet helemaal op orde was. Er was iets van een regenjackje maar dat moest met veiligheidsspelden gefixeerd worden. Ik zie ons nog staan op de betondijk bij Battenoord in een auto geteisterd door de regen. De lopers hadden er toen al meer dan 12 uren opzitten , waren doorweekt en stram en moesten nog vele uren door weer en wind door naar Ooltgenplaat. Maar de helden zetten door en finishten in Ooltgensplaat. De spuuglelijke groene, plastieken trofee ging mee naar huis en die de jaren daarop zou de prijzenkast nog worden aangevuld met meer van dit soort trofeeën.
Het Omloopvirus was namelijk toegeslagen in huize Arensman! Een heerlijk virus om mee besmet te zijn.
Pa trainden meer en meer, werd sterker en sterker. Vogelde uit wat bij hem paste aan uitrusting, eten en drinken en bereikte Ooltgensplaat steeds vlotter. Met de 13 deelnames op rij (!!!) vanaf die eersteling in 1992 werd ook voor ons supporters/volgers het Omloopavontuur steeds groter. Die eerste nacht mee. In het donker bij de uitgang van het strand wachten op de lopers. Door naar de (in het begin onvindbare) uitgang Slikken. Daar arriveerde mijn vader altijd op het moment dat de nacht verruild werd voor de dag. Het moment waarop hij op zijn slechtst was, spierwit zag, maar waarvan wij ook wisten dat het een uurtje later in Herkingen weer overwonnen was. En was je in Herkingen dan bereikte je de finish 25 kilometer verder in Ooltgensplaat vanzelfsprekend ook. Na Herkingen stapte je immers niet meer uit.
Met het toeslaan van het Omloopvirus is bij mij ook het zaadje voor de duursport gepland. Veel elementen die ik terugzie in mijn trailsport (afzien tot op het bot, het mentale spel, de nacht doorhalen, trainen, toewijding) zag ik die jaren ook bij de Omloop.
‘Dat wil ik later ook als ik groot ben’ dacht ik toen nog.
Groot genoeg was ik naar mijn idee in 2004. Pa had het jaar daarvoor in zijn 12e Omloop, na twee miskleunen in de jaren daarvoor, zijn 10e Omloop uitgelopen en nu zouden we samen op pad gaan. Ik voetbalde toen fanatiek, was totaal geen duursporter en had een flinterdunne voorbereiding achter de rug. Aangezien pa altijd behoorlijk in de kop van het veld meeliep was het dat jaar niet anders. We liepen veel te snel en ik liep de eerste 30 kilometer met pijnlijke, verkrampte kuiten. Toen arriveerde echter het slechte weer en verzuurde mijn lijf van kruin tot teen. Ik stond geparkeerd en het was exit halfweg bij Ouddorp Haven. Een ervaring rijker en een illusie armer!
Maar ik wist dat die Omloop er nog een keer voor me zou komen. De duursport trok me immers al jaren. Veel meer eigenlijk dan de sport die ik toen nog steeds, en al van jongs af aan, beoefende, namelijk voetbal.
Het jaar 2009 werd vervolgens het jaar van de herkansing. Ik was gestopt met voetballen. Had het najaar ervoor de Mont Blanc beklommen en liep in het voorjaar van 2009 ook mijn eerste marathon. Duursport was mijn passie en de Omloop stond nog steeds op de lijst om af te vinken.
De zomer van 2009 had ik me zeer behoorlijk voorbereid op de Omloop. Daarnaast was het credo ‘rustig aan, alle tijd, we hebben 24 uur’ en na urenlang afzien bereikte ik samen met broer John de finish. Een mooi en emotioneel moment, zeker omdat mijn pa ook bij diezelfde streep in Ooltgensplaat stond. Hij was inmiddels, mede door gezondheidsklachten, gestopt met de Omloop. En met onze finish was de cirkel wel rond.
De Omloop was voor ons dus veranderd. Geen eigen vlees en bloed wat daar liep en daarnaast was ook het evenement an sich aan het veranderen. De editie van 2009 (de 20e) had in de verste verten niet meer de entourage die in het hoogdagen, zo rond de millenniumwisseling, had. De deelnemersaantallen liepen sterk terug, er werd (teveel) aan de route gesleuteld en de hype was eraf.
Gelukkig is er in die jaren daarna een bestuur opgestaan die goede stappen heeft ondernomen met de Omloop. Met een rigoureuze beslissing als het verleggen van de startplaats naar Middelharnis, het toevoegen van allerhande afstanden en het betrekken van de lopers van de toekomst (de jeugd) bij het evenement hebben zij de Omloop in stand gehouden en is het nog steeds een evenement met allure wat op en top verzorgd is.
Mede daarom kriebelt het ieder jaar nog als dat (voor)laatste weekend van augustus eraan komt. Ik moet er even bij zijn, maar nog niet als deelnemer. Ik ben nog teveel verslingerd aan het ultra(trail)lopen. En de wandelsport kun je op hogere leeftijd volhouden dan de loopsport die ik nu beoefen dus alles op zijn tijd…
Als ik opschrik uit deze gedachten zie ik de kop van de Omloop van 2017 aankomen. Twee mannen uit Dirksland en Sliedrecht. Ze zien er vermoeid uit, het gaat wat minder snel en ze zijn behoorlijk stram. Maar ik zie die glinstering in hun ogen. ‘Het laatste stuk grasdijk en dan is het nog een kleine 10 kilometer naar de streep’, roep ik hen toe. Ik ken het gevoel maar al te goed en krijg een kick van dit soort mooie sport zo kort bij huis!
Gelukkig is er in die jaren daarna een bestuur opgestaan die goede stappen heeft ondernomen met de Omloop. Met een rigoureuze beslissing als het verleggen van de startplaats naar Middelharnis, het toevoegen van allerhande afstanden en het betrekken van de lopers van de toekomst (de jeugd) bij het evenement hebben zij de Omloop in stand gehouden en is het nog steeds een evenement met allure wat op en top verzorgd is.
Mede daarom kriebelt het ieder jaar nog als dat (voor)laatste weekend van augustus eraan komt. Ik moet er even bij zijn, maar nog niet als deelnemer. Ik ben nog teveel verslingerd aan het ultra(trail)lopen. En de wandelsport kun je op hogere leeftijd volhouden dan de loopsport die ik nu beoefen dus alles op zijn tijd…
Als ik opschrik uit deze gedachten zie ik de kop van de Omloop van 2017 aankomen. Twee mannen uit Dirksland en Sliedrecht. Ze zien er vermoeid uit, het gaat wat minder snel en ze zijn behoorlijk stram. Maar ik zie die glinstering in hun ogen. ‘Het laatste stuk grasdijk en dan is het nog een kleine 10 kilometer naar de streep’, roep ik hen toe. Ik ken het gevoel maar al te goed en krijg een kick van dit soort mooie sport zo kort bij huis!
Laten we hopen dat er (ook nog voor mij straks als deelnemer) nog veel Omlopen mogen volgen!